Liefdeloos

Zij had altijd gedacht dat het anders zou zijn. Ik wist wel hoe zij erover dacht, maar besloot om het te negeren. En nu zijn we dus in de situatie beland die ik altijd had willen vermijden. Ik heb haar teleurgesteld, een droom aan stukken gescheurd. Ergens in mij knaagt ook wel een gevoel dat ik niet thuis kan brengen; alsof ik zelf ook tekort geschoten heb. Een vraag spookt door mijn hoofd: heb ik haar voorgelogen? Of, wellicht erger: heb ik mezelf voorgelogen?

Ik, die al 25 jaar oud was en nog steeds geen vriendin had gehad, werd toch verliefd. Ondanks mijn scepsis, ondanks het feit dat ik me prima alleen redde in het leven. En dan bedoel ik ook écht alleen; mijn hond was mijn beste kameraad. Die emotie, verliefdheid bedoel ik, is mooi. Mooier dan ik me had voorgesteld. En tegelijk voelde ik hoe gevaarlijk het was en verbaasde mezelf vervolgens door verrukt te zijn over dat gevaar! Al mijn reserves wilde ik over boord gooien voor deze emotie, als een verslaafde die hunkert naar drugs. Het meisje wist waarschijnlijk niet wat haar overkwam, al mijn devotie stortte ik over haar uit. Ze was de mooiste, de liefste, de beste…alles!

Ik wist niet wat ik met de emoties aan moest en kreeg niets meer voor elkaar. Zij spookte door mijn hoofd, en ik kon alleen nog maar dingen doen waarbij ik aan haar kon denken. Een stroom aan gedichten en liederen heb ik op papier gezet in die tijd. En de uren die we met elkaar doorbrachten konden we ons volmaakt gelukkig voelen met staren in elkaars ogen. Wat ben je mooi, schat. Ze smolt voor mijn liefdesverklaringen.

Maar hoe maar ik haar zag, hoe meer mijn beeld van haar scheurtjes begon te vertonen. En de twijfel kwam. Liefde behoort toch perfect te zijn? Waarom vind ik niet alles van haar mooi? Ik moet alles van haar mooi vinden! Waarom is ze soms boos? Ze mag niet boos zijn op mij, dat is geen liefde! Ik gedroeg me door de twijfels steeds nukkiger en zij panikeerde. Was alles wel goed met me? Nee, wilde ik in haar gezicht schreeuwen, maar ik zweeg. Waarop ze tegen me aan begon te praten; ze kon niet tegen het stilzwijgen. Daarop ging ik nog meer twijfelen; waarom neemt ze me niet zoals ik ben?

En nu zijn we dus op dat punt aangekomen dat ik altijd heb willen vermijden. Geen magie, slechts de werkelijkheid. Ik ben niet geschikt voor relaties en die verslavende verliefdheid doet me uiteindelijk ook geen goed. Ik kan niet naar haar kijken zonder me schuldig te voelen. Ik ben een egoïstische klootzak en ik weet het. Ik wil geen water bij de wijn doen. Ik wil perfecte liefde en ik weet dat zoiets niet bestaat. Dus doe ik het wel zonder. Ik heb tekortgeschoten en ik voel me schuldig. Het voelt alsof ik dat van tevoren had kunnen voorspellen. Naar mezelf toe ook. Het sprankje hoop dat ik had is nu voorgoed vervlogen. Ik laat haar nu achter als wrak; ze heeft in mij geloofd met heel haar hart. En ik…voel niets.