Dwaalspoor

Verloren dwaal ik rond;
niet wetend wat ik doe,
niet wetend wat ik wil.
slechts onbehagen in mijn vel,
als bewijs van dat ik ben

een knoop in mijn buik,
en de nare gedachtestroom,
zijn twee hardnekkige tekens,
van mijn somber humeur;
dat altijd ergens zweeft

ik peins me rot om verlossing,
en dat is deel van het probleem.
want wie niet los kan laten,
neemt alles met zich mee